In memoriam
Dr. Albertina Nugteren (3 juli 1955 — 17 september 2022)
Op zaterdag 17 september 2022 overleed Tineke Nugteren in het bijzijn van haar twee kinderen Mira en Arno. Het afscheid van Tineke op maandag 26 september 2022 in het crematorium te Driehuis, het oudste van Nederland, was – kenmerkend voor haar – sereen en verstild.
Tineke Nugteren werd in september 1981 benoemd tot wetenschappelijk medewerker hindoeïsme en boeddhisme aan de Stichting Theologische Faculteit Tilburg, die in 2006 opging in de Universiteit van Tilburg. Zij zou de Tilburgse universiteit meer dan veertig jaar trouw blijven ondanks verleidelijke aanbiedingen van verschillende universiteiten in binnen- en buitenland. Tineke had van 1974 tot 1979 Indo-Iraanse letteren (Sanskriet, Pali en Hindi) gestudeerd aan het Instituut voor Oosterse talen en culturen van de Rijksuniversiteit Utrecht met als hoofdvakken Indiase religies en Indiase filosofie, en als bijvak vergelijkende godsdienstwetenschap. De belangstelling voor de religieuze mens, zijn artefacten, zijn bouwwerken, zijn rituelen, zijn lichamelijkheid en zijn omgang met de natuur zou richtinggevend zijn voor Tinekes wetenschappelijke carrière.
Na haar afstuderen was Tineke van september 1979 tot januari 1981 aan hetzelfde instituut verbonden in verband met een vooronderzoek voor een dissertatie over de rol en betekenis van Īśvarapraņidhāna in de Yogasūtras van Patañjali. Dit onderzoek zette zij voort na haar aanstelling aan de Stichting Theologische Faculteit Tilburg en op donderdag 12 december 1991 verdedigde zij het als proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Rijksuniversiteit Utrecht met de titel God as an alternative? The meditative process of Īśvarapraņidhāna in the Yogasūtras of Patañjali and the commentaries on them (Garant: Leuven/Apeldoorn, 1991). Ruim tien jaar was Tineke met haar dissertatieonderzoek bezig geweest en om – zoals ze zelf met haar subtiele humor opmerkte – “daarvan een beetje bij te komen” schreef ze een handboek over het hindoeïsme, Hindoeïsme: heden en verleden (Garant: Leuven/Apeldoorn, 1992), waarvan in 2005 een bijgestelde, uitgebreide en geactualiseerde tweede druk verscheen, en een novelle over het oude India, Een sterke stroom (Wereldbibliotheek: Amsterdam, 1993).
Hoewel het hindoeïsme altijd een centrale plaats in Tinekes onderwijs en onderzoek innam, groeide in de loop van de jaren negentig van de twintigste eeuw haar interesse voor de nexus religie en natuur. Tineke, met haar sensibiliteit voor wat in de samenleving en onder studenten leefde, speelde in haar onderwijs en onderzoek in op de behoefte aan meer wetenschappelijke kennis van de relatie tussen religie en natuur. Toen rond 1995 het onderzoeksprogramma Ritual Studies een van de zwaartepunten van de Stichting Theologische Faculteit werd, combineerde Tineke beide perspectieven in verschillende publicaties, onder andere in het internationale tijdschrift Journal for the Study of Religion, Nature, and Culture, en in de monografie Belief, Bounty, and Beauty: Rituals around Sacred Trees in India (Brill: Leiden/Boston, 2005), haar opus magnum van 509 bladzijden. In dit lijvige standaardwerk liet Tineke zien dat zij niet alleen de klassieke, kritisch-historische methode perfect beheerste, maar ook in staat was veldwerkgegevens naar waarde te schatten en te verwerken. Van dit vermogen had zij al blijk gegeven door haar deelname en bijdragen aan het onderzoeksproject ‘Rituelen na rampen’, dat in gestolde vorm het licht zag in 2002 als Rituelen na rampen. Verkenning van een opkomend repertoire (Gooi en Sticht: Kampen), waarvan in 2003 een uitgebreidere Engelse versie verscheen met de titel Disaster Ritual. Explorations of an Emerging Ritual Repertoire (Peeters: Leuven etc.).
De incorporatie van de religiewetenschappers van de Stichting Theologische Faculteit Tilburg in de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg in 2006 betekende dat Tineke, inmiddels bevorderd tot universitair hoofddocent, zich voor het onderwijs moest inwerken op nieuwe thema’s en onderwerpen. Zij voelde zich aangetrokken tot het onderwerp religieuze diversiteit in de multiculturele samenlevingen en thematiseerde dat in haar onderwijs, onderzoek en viering van haar 25-jarige dienstjubileum in 2006. Ter gelegenheid van dit jubileum werd Tineke in staat gesteld een congres te organiseren. Zij nodigde een aantal vooraanstaande geleerden uit binnen en buitenland uit rond het thema ‘Hindu Ritual Dynamics: Case Studies from Contemporary Western Europe’ en bundelde de voordrachten als gastredacteur en auteur van een tweetal artikelen in een themanummer van het prestigieuze Journal of Religion in Europe dat in 2009 verscheen. Het feit dat een aantal vermaarde internationale geleerden Tinekes uitnodiging voor dit congres en themanummer aanvaardden, maakte duidelijk dat zij door vakgenoten erkend en gewaardeerd werd. Die erkenning en waardering dankte Tineke niet alleen aan haar publicaties, maar ook aan haar actieve lidmaatschap van en bestuurlijke inzet voor verschillende wetenschappelijke genootschappen en verenigingen zoals het Nederlands Genootschap voor Godsdienstwetenschap, de European Association for the Study of Religions, de International Association for the History of Religion, de American Academy of Religion, de European Association for South Asian Studies, en de South and Southeast Asian Association for the Study of Culture and Religion. Ook de uitnodigingen om bij te dragen aan gezaghebbende naslagwerken als Brill’s Encyclopedia of Hinduism, Brill’s Encyclopedia of Sikhism en Oxford Bibliographies: Hinduism maakten duidelijk dat Tineke internationaal aanzien genoot als geleerde.
In het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw richtte Tineke zich steeds meer op de bestudering van rituelen rond de dood en verbond die invalshoek met de onderzoeksinteresse (religie, natuur, diversiteit, ritueel, lichamelijkheid) die zij doorheen haar wetenschappelijke loopbaan altijd had gehad. Speciale aandacht kreeg Tineke daarbij voor de vormgeving van ritualiteit na de dood (‘post‐death ritual’, ‘rites of disposal’), vooral in aspecten van natuurbeleving, materiële en symbolische aspecten van crematie, en de ecologische ‘kosten’ van cultureel‐religieuze tradities rondom de dood. In vele wetenschappelijke en populairwetenschappelijke artikelen deed zij verslag van haar bevindingen op dit terrein. Haar drie bijdragen aan het Handbook of Disaster Ritual. Multidisciplinary Perspectives, Cases and Themes (Peeters: Leuven etc, 2021) zijn daar een goed voorbeeld van.
Wetenschappers worden doorgaans herinnerd vanwege hun publicaties. Tineke heeft een rijk oeuvre nagelaten, waarvan hier slechts enkele publicaties zijn genoemd. Tineke heeft echter zoveel meer betekend. Studenten prezen haar onderwijs als uitstekend voorbereid, goed georganiseerd en zeer geleerd, met ruime aandacht voor de betekenis van het verleden voor het heden. Als begeleidster van werkstukken van BA-, MA- en PhD-studenten werd zij hooglijk gewaardeerd vanwege haar wil en vermogen om het eindproduct naar een hoger niveau te tillen. Ook was Tineke een loyale en betrouwbare collega met wie het goed samenwerken was. Bovenal moet Tineke herinnerd worden als een erudiete en wijze vrouw, wier omgang met haar ziekte voorbeeldig was. In 1994 werd bij Tineke een melanoom ontdekt en, ondanks een geslaagde operatie, hield zij er altijd rekening mee dat de kanker terug kon komen. Rond 2016 bleek de kanker zich naar verschillende plekken in haar lichaam verspreid te hebben. Vooral het gezwel in haar hoofd baarde Tineke zorgen. Zij was bang dat het gezwel haar vermogen tot reflectie, tot spreken en tot schrijven zou aantasten. Haar angst zette zij om in positieve energie door nog zoveel mogelijk te schrijven en de jaren na 2016 werden een zeer vruchtbare periode van haar leven met prachtige artikelen.
Aan Tinekes leven is een einde gekomen. “Ik ben gelukkig geweest”, waren de laatste woorden die Tineke als troostende en liefhebbende moeder tot haar kinderen Mira en Arno sprak. Laten deze woorden ook voor vrienden en collega’s een troost zijn.
Herman Beck, 5 oktober 2022.
Dank voor dit prachtige In Memoriam. Het eert Tineke zoals ze was: een wijze, erudiete en ook warme vrouw, voorbeeld voor velen na haar. Ze was bovendien bescheiden, maar wat ze zei, in het openbaar of privé, was altijd raak. Een groot mens, en veel te vroeg heengegaan.